Stappen
plan
Stap 1. Wie?
Bedenk een personage die wat jou betreft ook in de voorstelling had kunnen rondlopen. Neem een groot vel papier en verzamel ideeën over deze persoon. Je kunt woorden op je papier schrijven, tekeningetjes maken, maar ook geluiden opschrijven en objecten verzamelen die bij de persoon passen. De onderstaande vragen kunnen je helpen.
- Hoe ziet dit personage eruit?
- Waarom is diegene hier, is er iets aan de hand?
- Welke gevoelens heeft jouw personage?
- Wat vindt die van de mensen om zich heen?
- Waar droomt die van? Waar is die bang voor?
- Welke kleuren passen bij dit personage?
- En welke vormen? Rond of hoekig? etc.
Stap 2. Bewegen
Misschien viel het je al op dat er nauwelijks gesproken werd in de voorstelling. De lichamen, de muziek en het decor verbeelden samen de gevoelens van de personages. Soms gebeurt er ook iets heel vreemds, iets droomachtigs wat nooit in het echt zou kunnen gebeuren. Op die manier wordt het een beetje ongrijpbaar of mysterieus wat je ziet. Als niet alles uitgelegd wordt, kan het publiek zelf bedenken wat er gebeurt op het toneel.
Probeer nu te bewegen als het personage. Loop je gebogen, rechtop of op je tenen? Ben je langzaam, snel, wiebelig of heel statig?
Als er iets met je aan de hand is, waaraan kunnen we dat zien? Is er een bepaald lichaamsdeel dat zwaar is of juist licht, of een eigen leven leidt? Laat ook in je lichaam zien welke gevoelens je hebt.
Onderzoek en probeer verschillende dingen uit en kies op een gegeven moment hoe jij beweegt als personage.
Stap 3. Vervreemden
Probeer nu je eigen personage wat vreemder of ‘ongrijpbaarder’ te maken. Dat kan bijvoorbeeld door de emoties of een specifieke beweging uit te vergroten in je lichaam, of door iets toe te voegen wat in het echt nooit zou kunnen gebeuren. Alles kan in het theater! Je kan vliegen, sterven en er toch nog zijn. Mensen kunnen met dieren praten en spullen kunnen tot leven komen. Heb jij weleens iets vreemds gedroomd? Of ken je een vreemde film of wonderlijk boek? Misschien brengt dat je op een idee.
Stap 4. Samenkomen
Bedenk nu hoe jouw personage ‘op’ en ‘af’ gaat. Dat wil zeggen: hoe en waarom je de ruimte binnenkomt en hoe en waarom je de ruimte weer verlaat. Oefen dit een paar keer.
Ga nu ook samen spelen en met de andere personages. Dit kan in kleine groepjes van drie à vier personages of met de helft van de klas (zodat de andere helft kan kijken en meedenken). Kom één voor één op en kijk wat er gebeurt als jullie samen zijn. Laat dit alles in beweging zien en probeer niet of nauwelijks te praten.
Maken ze (met elkaar) iets mee waardoor er iets (helemaal) is veranderd? Kunnen jullie samen een ontwikkeling bedenken? Probeer wat dingen uit en maak dan afspraken en repeteer het een paar keer.
Stap 5. Muziek
Maak jouw scène helemaal af door er muziek bij te kiezen. Je kunt muziek van onze website halen door hier te klikken of eigen muziek opzoeken (of maken). Ook hierbij geldt: als er geen woorden in de muziek zitten, hou je het wat opener en daarmee spannender voor het publiek.
Optioneel:
Wil je een decor?
Kies een woord voor de sfeer van de plek waar de personages zijn. Kies dan een voorwerp waar je veel van hebt op school. Bijvoorbeeld stoelen, boeken of jassen. Maak van dat voorwerp een decor dat dat woord en de sfeer laat zien. Denk hierbij ook weer dat in het theater alles kan en het dus niet realistisch hoeft te zijn. Een wachtkamer hoeft bijvoorbeeld er niet uit te zien als een wachtkamer in de ‘gewone’ wereld. Misschien bestaat die wel uit vijftig stoelen in rijen. Of je maakt een heel groot ziekenhuisbed van jassen waar de personages op klimmen.
Sta je liever niet zelf op het toneel?
In het theater zijn gelukkig ook altijd heel veel mensen ‘achter de schermen’ nodig! Hiermee maak je de scènes nog beeldender of muzikaler!
Misschien past het meer bij jou om een scène op te schrijven (schrijver), te regisseren (regisseur), een decor te tekenen of kostuums samen te stellen (vormgever), muziek te maken (muzikant) of geluiden af te spelen (technicus). Of misschien bedenk je nog iets heel anders!
Stap 6. Presenteer!
Jullie kunnen aan elkaar laten zien wat je hebt gemaakt. Of met z’n allen optreden door alle personages een voor een de ruimte te laten in en uit lopen.
We zijn heel benieuwd wat jullie hebben gemaakt.
We kijken uit naar jullie (digitale) post!